Lezing voor de Landbouwuniversiteit Wageningen, Studium Generale: over Media, d.d. 30 september 1986.

Goedemiddag. Mijn naam is Dirk Schouten. Ik ben de laatste in de reeks over media. De vorige keren ging het over de grote macht van de persbureaus, de blinde vlekken van journalisten en de stereotypen van vrouwen in de media.
Ik ben de laatste in de serie over media en wil het hebben over lokale omroep en informatieve programma's. De reden daarvoor is dat ik lokale     omroep een prima communicatiemiddel vind dat voor velen gemakkelijk toegankelijk is.
Ik geef les op een Volkshogeschool en leer mensen om programma's te maken; audiovisuele programma's die verspreid worden via lokale omroepen. Dat kan zijn radio of Tv. Ook geef ik les aan lokale omroepen.

De mensen met wie ik werk hebben een paar dingen gemeen: Ze hebben belangen bij bepaalde informatie en willen dat die informatie in de vorm van radio- of TV-programma's bij specifieke doelgroepen komt.

Met het verhaal dat ik u wil vertellen, wil ik u een aantal mogelijkheden schetsen van lokale Omroep, waarbij lokale omroep een aanvulling kan zijn op datgene wat de landelijke omroepen doen. Ik zal eerst verklaren wat een lokale omroep is en vervolgens een aantal mogelijkheden ervan opnoemen. Daarna zal ik de lokale omroep proberen te plaatsen in een breder communicatief perspectief.

Eerst een omschrijving: wat is een lokale omroep?
Een lokale omroep is een vorm van kleinschalige massacommunicatie. Daarin zit een contradictie, maar datgene wat zich op communicatiegebied afspeelt in een wijk of dorp is ook massacommunicatie. Kleinschalig: ter onderscheiding van grootschalig. Nederland is grotendeels bekabeld (een van de dichtstbekabelde landen ter wereld) en via die kabel kan lokale omroep bij je thuis komen. In een lokale omroep maken plaatselijke instellingen en plaatselijke initiatieven programma's voor bewoners van stad of dorp. Het zijn programma's die qua inhoud datgene aankaarten wat dichtbij is, of de problemen en mogelijkheden van de directe omgeving, of uitingen van eigen cultuur. Over dat soort zaken worden informatieve programma's gemaakt.

Een lokale omroep is een stichting of vereniging die is samengesteld uit zoveel mogelijk geledingen van de plaatselijke bevolking. Een lokale omroep moet krachtens wetten representatief zijn voor datgene wat er aan maatschappelijke krachten in de lokale bevolking leeft: dat is een goede garantie voor pluriformiteit binnen een lokale omroep.


Daarmee is ongeveer gezegd wat een lokale omroep is. Lokale omroep is geen concurrent van de landelijke omroep, ook omdat programma's voor en door de plaatselijke bevolking gemaakt worden en daarom al anders zijn.
Dit is de grote schets van de lokale omroep. Nu heeft een lokale omroep meer onderscheiden en vooral andere mogelijkheden dan een landelijke omroep. Daar gaat het nu over. Ik kan er niet aan voorbijgaan af en toe een kritische opmerking te maken aan het adres van de landelijke omroepen. Ik zal de punten achter elkaar noemen en ze dan afzonderlijk behandelen.

1.    Met lokale omroep is tweezijdige communicatie mogelijk in plaats van     éénrichtingsverkeer.
2.    Lokale omroep kan in een rustig tempo werken.
3.    Een lokale omroep kan zich op inhoud concentreren.
4.    Een lokale omroep kan de interpretatie van uitzendingen sturen.
5.    Bij het maken van programma's binnen een lokale omroep kun je je     doelgroep kennen en weten tot wie je je richt.
6.    Binnen een programma van een lokale omroep kun je je eigen     waarheden verkondigen.
7.    Binnen een lokale omroep kun je je eigen werkwijzen kiezen.

Al deze punten zijn binnen landelijke omroepen moeilijk te verwezenlijken, alhoewel er natuurlijk wel incidentele voorbeelden van zijn. Echter, binnen een lokale omroep kunnen deze mogelijkheden makkelijker gerealiseerd worden.

In hun algemeenheid zijn deze punten van belang als:
-    je stelt dat vrije meningsuiting en vrije meningsvorming voor een democratie van levensbelang zijn;
-    of als je vindt dat participatie en inspraak van burgers bij het vorm geven van hun eigen omgeving wat beters is dan " 't overlaten aan ambtenaren die 't ook goed doen";
-    of als je het belangrijk vindt om uitdrukking te geven aan je eigen identiteit of je eigen cultuur;

Als een lokale omroep onder andere dit soort zaken wil, dan is tweerichtingsverkeer nodig. Daarmee zijn we bij punt 1:

1.    Met lokale omroep is tweezijdige communicatie mogelijk in plaats van éénrichtingsverkeer:

In 1932 had Bertold Brecht al kritiek op de omroepen die toen zo'n 10 jaar bestonden. Graag lees ik een stukje voor uit Brechts radiotheorie, dat nog

altijd zijn geldigheid heeft behouden:

"(...) Maar afgezien van zijn dubieuze functie (wie velen geeft, geeft niemand iets) heeft de radio één aspect, terwijl hij er eigenlijk twee zou moeten hebben. Hij is louter een distributie-apparaat, hij zendt alleen maar uit. En om nu positief te worden, dat wil zeggen om het positieve aan de radio op te snuffelen, wil ik voorstellen de radio om te functioneren: de radio moet van een distributie-apparaat in een communicatie-apparaat veranderd worden. De radio zou het meest schitterende communicatie-apparaat van het openbare leven zijn dat maar denkbaar is, een geweldig kanalensysteem, dat wil zeggen, hij zou het zijn als hij kans zou zien niet alleen uit te zenden, maar ook te ontvangen, dus de luisteraar niet alleen tot luisteren maar ook tot spreken te brengen, en hem niet te isoleren maar hem de mogelijkheid tot contact te verschaffen. Daarvoor zou de radio van zijn rol als leverancier afstand moeten doen en de luisteraars als leveranciers moeten organiseren. Daarom zijn alle pogingen van de radio om openbare gelegenheden ook werkelijk tot iets openbaars te maken geheel en al positief."

In Brechts waren zijn ideeën moeilijk te verwezenlijken. Nu kan het makkelijk. Lokale omroep kan over meerdere kanalen beschikken. Eén kanaal zou het zendkanaal kunnen zijn. Dat kennen we. Een ander kanaal zou de reacties van luisteraars weer kunnen uitzenden. De reacties daarop kunnen ook weer uitgezonden worden. Zo kan een communicatief circuit ontstaan. Deze manier van werken kan luisteraars tot spreken brengen en het kan uitnodigen tot meningsvorming en het maken van keuzes.
Bovendien, en dat is belangrijk: Op deze manier zijn programma's en makers van programma's kritiseerbaar middels hetzelfde medium op het moment van uitzending en beluistering. Zo kan rolwisseling tussen producenten en consumenten van programma's misschien gestalte krijgen.

2.    Lokale omroepen kunnen in rustig tempo werken:

Binnen lokale omroepen worden vrij veel informatieve programma's gemaakt. Men hoeft dat niet te doen op de manier van de landelijke omroepen. Daar is veel nadruk op snelheid, zowel op het gebied van vorm als van inhoud en werkwijze. Commerciële omroep zal de snelheid nog doen toenemen.

B. Wember, Duits communicatiewetenschapper, deed onderzoek of het publiek programma's van actualiteitenrubrieken begrijpelijk en informatief vond: 80% vond van wel, 20% van niet.
Wembers vooronderstelling: De manier waarop zo'n item in elkaar zit geeft

mensen de indruk dat 't informatief is, maar die manier zorgt er tegelijkertijd voor dat het programma slecht begrepen en onthouden wordt.
Hoe komt dat: Vier oorzaken lijken daarvoor verantwoordelijk te zijn:

1.    kort gesneden: motief verschillende gezichtspunten;
2.    beweging is lang gesneden, stilstand werd kort gesneden; dit gebeurde los van inhoud;
3.    tekst beeld schaar: tekst heeft vaak weinig te maken met beeld of omgekeerd;
4.    afloopdwang: het is niet te volgen als je iets mist. Samenhang wordt niet aangegeven, geen herhalingen, geen overzichten, geen vooraankondigingen.

Conclusie 1: Je kunt je moeilijk een oordeel vormen over de aangeboden informatie.
Conclusie 2: Je onthoudt dat je niets hoeft te onthouden.
Samenvattend: Het flitsende karakter van presentatie van informatie verstoort de overdracht.

Dat is binnen lokale omroep makkelijk anders te doen. Geen druk van commercie (een programma is kapstok voor advertenties, een programma garandeert kijkers of luisteraars) of kijkcijfers (programma's met lage kijk- en luistercijfers worden afgevoerd). Je hoeft geen opgewonden toon aan te slaan (TROS) of een ratelende telex laten lopen (Veronica Nieuws). Dat geeft de impressie van snelheid en actualiteit.
Of zoals vroeger de TROS: De presentator voor een glaswand en daarachter typende mensen die af en toe een telexbericht afscheuren.
Als je 't rustig aan doet in de lokale omroep is de kans dat het overkomt groter. Je hebt er meestal ook meer tijd voor om aan berichten te werken.
Kortom:    Lokale omroepers doen het rustig aan.

3.    Lokale omroep kan zich meer op inhoud concentreren:

Binnen een lokale omroep kun je proberen toeschouwers en luisteraars meer op inhoud dan op vorm te motiveren tot luisteren en kijken. Radio en TV proberen dat vooral met vorm-middelen. Het gebruik van beeldeffecten neemt enorm toe door gebruik van de computer. Beeldeffecten zijn goedkoop te maken met de huidige stand van de techniek. Goedkoop is voor computer-animatie toch nog f 100.000,--. Dus voor lokale omroep niet te bereiken. Je kan 't natuurlijk ook gebruiken om je inhoud beter te laten overkomen.
Wat is nou inhoud? Een lokale omroep zou zich meer dan de landelijke omroepen kunnen concentreren op bijvoorbeeld:
-    Het laten zien van samenhangen en verbanden.

-    Het blootleggen van onuitgesproken uitgangspunten. -    Inzicht geven in machtsverhoudingen en belangen.
-    Het schetsen van toekomstige ontwikkelingen.
Dat gebeurt al bij lokale omroepen. Zij nemen de functie over van bijv. stads- en muurkranten.

Daarbij kun je dan natuurlijk alle vormmiddelen gebruiken die er maar mogelijk zijn. Ze vloeien dan voort uit inhoudelijke overwegingen.

4.    Een lokale omroep kan de interpretatie van de uitzendin~en sturen:

Dit punt heeft enige inleiding nodig. Als je je in vroeger tijden van de politieke macht in een land meester wilde maken, moest je het leger onder controle krijgen. In ons soort landen is dat niet meer nodig, je moet nu de communicatiemiddelen in handen krijgen. Daarmee heb je controle over de boodschap die je uitzendt. Anders gezegd, en wat meer op de lokale omroep toegespitst: Als je een lokale omroep hebt kun je je tot een publiek richten en heb je controle over de boodschap. Maar één ding heb je dan niet voor elkaar: de wijze waarop iemand jouw boodschap opvat, die heb je niet in de hand. Umberto Eco, een Italiaanse communicatiewetenschapper, heeft daarvoor een originele oplossing; ik citeer een paar stukjes van Eco: "Men zou op iedere plaats op aarde de eerste stoel voor elk televisietoestel moeten bezetten." Of, iets praktischer: "Wij zouden een systeem moeten bedenken dat het ons mogelijk maakt iedere afzonderlijke groep mensen of ieder lid van het publiek te bereiken om over de binnenkomende boodschap te discussiëren. Dit als middel voor het publiek om controle te krijgen over programma's.

Dat is een grote taak, die binnen een lokale omroep gestalte kan worden gegeven. Bijvoorbeeld door:
-    In je eigen programma momenten te stoppen waarin je de inhoud onderbreekt en zegt hoe die moet worden opgevat.
-    Of: Eerst een stukje inhoud uitzenden en vervolgens reacties van het publiek laten horen.
-    Of: Je eigen relatie tot de geboden inhoud aangeven. Je brengt een programma. Waarom vindt jij dat nou juist zo belangrijk? Dat is vaak een goed middel om mensen tot het maken van keuzes aan te zetten. Juist omdat jij positie kiest t.o.v. inhouden, stel je 't publiek in staat ook stelling te nemen. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs datgene te zijn wat jij graag wilt dat mensen denken, maar 't zet wel aan tot meningsvorming.

Wat je met al deze zaken misschien bereikt is dat je als maker van programma's kritiseerbaar bent voor het publiek. Als mensen die kritiek ook weer leveren in de vorm van programma's, dan heeft een lokale omroep 't al gauw heel druk. En zijn makers en publiek wat uitwisselbaarder grootheden dan ze nu zijn.

Samenvattend over dit punt: Er zijn middelen om je publiek tot meningsvorming aan te zetten. Goede programma's verdienen dat ook.

5.    Je kunt je doelgroep kennen:

Ik ken weinig mensen die iets maken voor een algemeen publiek, of die iets maken voor hét publiek. Iedereen heeft altijd wel een groep voor ogen of een individu tot wie je je wilt richten met een programma.

Je kunt, als je programma's maakt, onderzoek doen naar de groep waarop je je richt met je programma. Goed onderzoek heeft vaak een positieve invloed op het programma. Het sluit daardoor beter aan bij de wensen van de doelgroep of 't sluit beter aan bij al aanwezige kennis van de doelgroep. Vaak ook leidt onderzoek bij de doelgroep tot het betrekken van leden van de doelgroep bij de totstandkoming van een programma. En dat leidt soms tot effectieve reclame voor een programma, nog voordat het is uitgezonden.

Een voorbeeld ter illustratie: Een groep maakt een programma over de effecten van bezuinigingen op het culturele werk in een kleine stad. Toen mensen ervan hoorden dat er aan een dergelijk programma gewerkt werd, kwamen ze met voorbeelden waar de makers van het programma nog niet aan gedacht hadden.

6.    Eigen waarheid brengen binnen lokale omroep:

Je kunt je eigen standpunten uitdragen en je eigen waarheden verkondigen. Als je van de groene beweging bent en je maakt iets over de gevaren van een kerncentrale in je buurt, hoef je 't niet te hebben over de voordelen van kernenergie. Laat dat aan de voorstanders over. Dat is ook een verschil met omroepen. De taak van de omroepen, waarin journalisten zitten, is informatie te geven die neutraal is en gebalanceerd, met de mogelijkheid voor hoor en wederhoor. In je programma hoeft dat niet. Een lokale omroep als geheel zorgt wel voor de broodnodige balans. Andere groepen kunnen ook zendtijd claimen en een programma maken over het nut van kernenergie. Zij zullen de gevaren wel bagatelliseren. Een goed voorbeeld van het verkondigen van eigen waarheden is het vrouwenprogramma van Radio Rataplan uit

Nijmegen.

7.    Binnen een lokale omroep kun je je eigen werkwijze kiezen:

TV en radio zijn hiërarchisch georganiseerd. Zowel de organisatie als geheel als de organisatie van het maken van programma's. Er is een regisseur, dan een camerapersoon, dan een geluidspersoon, daaronder de assistentie, etc.. De output van radio en TV is in wezen ook hiërarchisch. Velen gehoorzamen (luisteren, kijken) aan wat enkelen doen. Bij omroepen ligt dat grotendeels vast. Als je een ander soort output wilt hebben van een lokale omroep dan dat wat landelijke omroepen doen, dan zou een team dat aan een programma werkt zich misschien ook anders organiseren. Bijvoorbeeld als groep of als collectief.
Dat heeft voordelen:
-    je werkt met gezamenlijke/gedeelde verantwoordelijkheden;
-    ieder lid van het team heeft invloed op het programma;
-    het motiveert medewerkers aan een programma als ze eigen inbreng hebben;
Het kost ongeveer evenveel tijd, heb ik eens uitgezocht. Natuurlijk moet je collectieve arbeid net zo zorgvuldig organiseren als welke andere werkwijze dan ook. Daar zijn goede organisatiemodellen voor.

Hiermee heb ik een paar punten behandeld van wat mogelijk is met lokale omroep en wat ook al gebeurt op sommige plaatsen. Maar het belangrijkste komt nog:

Lokale omroep is op z 'n minst een goede aanvulling op dat wat er nu al is in het medialandschap. En het is meer dan dat. Als we 30 radiokanalen hebben en 15 of meer televisiekanalen die min of meer onderworpen zijn aan commerciële of semi-commerciële belangen, is vrije communicatie noodzakelijker dan ooit. Als lokale omroepen enigszins vrij weten te blijven van groot geld en reclame, en hun kleinschalige eigenschappen ten volle weten te benutten, dan zijn ze misschien de laatste communicatieve vrijplaatsen in omroepland. Dat is iets waar we zuinig op moeten zijn en we zullen er voor moeten zorgen door middel van goede regels dat het behouden blijft. Op allerlei plaatsen in de wereld worden alternatieve communicatievormen ontwikkeld. Men pleit bij de Unesco voor vrije en evenwichtige informatiestromen en voor dekolonisatie en democratisering van de media. Lokale omroep kan daar iets in betekenen.
Dank u voor uw aandacht.