Goedemiddag. Mijn naam is Dirk Schouten. Ik ben de laatste in de reeks
over media. De vorige keren ging het over de grote macht van de
persbureaus, de blinde vlekken van journalisten en de stereotypen van
vrouwen in de media.
Ik ben de laatste in de serie over media en wil het hebben over lokale
omroep en informatieve programma's. De reden daarvoor is dat ik lokale
omroep een prima communicatiemiddel vind dat voor velen gemakkelijk
toegankelijk is.
Ik geef les op een Volkshogeschool en leer mensen om programma's te
maken; audiovisuele programma's die verspreid worden via lokale omroepen.
Dat kan zijn radio of Tv. Ook geef ik les aan lokale omroepen.
De mensen met wie ik werk hebben een paar dingen gemeen: Ze hebben
belangen bij bepaalde informatie en willen dat die informatie in de vorm van
radio- of TV-programma's bij specifieke doelgroepen komt.
Met het verhaal dat ik u wil vertellen, wil ik u een aantal mogelijkheden
schetsen van lokale Omroep, waarbij lokale omroep een aanvulling kan zijn
op datgene wat de landelijke omroepen doen. Ik zal eerst verklaren wat een
lokale omroep is en vervolgens een aantal mogelijkheden ervan opnoemen.
Daarna zal ik de lokale omroep proberen te plaatsen in een breder communicatief perspectief.
Eerst een omschrijving: wat is een lokale omroep?
Een lokale omroep is een vorm van kleinschalige massacommunicatie. Daarin
zit een contradictie, maar datgene wat zich op communicatiegebied afspeelt in
een wijk of dorp is ook massacommunicatie. Kleinschalig: ter onderscheiding
van grootschalig. Nederland is grotendeels bekabeld (een van de
dichtstbekabelde landen ter wereld) en via die kabel kan lokale omroep bij je
thuis komen. In een lokale omroep maken plaatselijke instellingen en
plaatselijke initiatieven programma's voor bewoners van stad of dorp. Het
zijn programma's die qua inhoud datgene aankaarten wat dichtbij is, of de
problemen en mogelijkheden van de directe omgeving, of uitingen van eigen
cultuur. Over dat soort zaken worden informatieve programma's gemaakt.
Een lokale omroep is een stichting of vereniging die is samengesteld uit
zoveel mogelijk geledingen van de plaatselijke bevolking. Een lokale omroep
moet krachtens wetten representatief zijn voor datgene wat er aan
maatschappelijke krachten in de lokale bevolking leeft: dat is een goede
garantie voor pluriformiteit binnen een lokale omroep.
Daarmee is ongeveer gezegd wat een lokale omroep is. Lokale omroep is
geen concurrent van de landelijke omroep, ook omdat programma's voor en
door de plaatselijke bevolking gemaakt worden en daarom al anders zijn.
Dit is de grote schets van de lokale omroep. Nu heeft een lokale omroep
meer onderscheiden en vooral andere mogelijkheden dan een landelijke
omroep. Daar gaat het nu over. Ik kan er niet aan voorbijgaan af en toe een
kritische opmerking te maken aan het adres van de landelijke omroepen. Ik
zal de punten achter elkaar noemen en ze dan afzonderlijk behandelen.
1. Met lokale omroep is tweezijdige communicatie mogelijk in plaats van
éénrichtingsverkeer.
2. Lokale omroep kan in een rustig tempo werken.
3. Een lokale omroep kan zich op inhoud concentreren.
4. Een lokale omroep kan de interpretatie van uitzendingen sturen.
5. Bij het maken van programma's binnen een lokale omroep kun je je
doelgroep kennen en weten tot wie je je richt.
6. Binnen een programma van een lokale omroep kun je je eigen
waarheden verkondigen.
7. Binnen een lokale omroep kun je je eigen werkwijzen kiezen.
Al deze punten zijn binnen landelijke omroepen moeilijk te verwezenlijken,
alhoewel er natuurlijk wel incidentele voorbeelden van zijn. Echter, binnen
een lokale omroep kunnen deze mogelijkheden makkelijker gerealiseerd
worden.
In hun algemeenheid zijn deze punten van belang als:
- je stelt dat vrije meningsuiting en vrije meningsvorming voor een
democratie van levensbelang zijn;
- of als je vindt dat participatie en inspraak van burgers bij het vorm
geven van hun eigen omgeving wat beters is dan " 't overlaten aan
ambtenaren die 't ook goed doen";
- of als je het belangrijk vindt om uitdrukking te geven aan je eigen
identiteit of je eigen cultuur;
Als een lokale omroep onder andere dit soort zaken wil, dan is
tweerichtingsverkeer nodig. Daarmee zijn we bij punt 1:
1. Met lokale omroep is tweezijdige communicatie mogelijk in plaats
van éénrichtingsverkeer:
In 1932 had Bertold Brecht al kritiek op de omroepen die toen zo'n 10 jaar
bestonden. Graag lees ik een stukje voor uit Brechts radiotheorie, dat nog
altijd zijn geldigheid heeft behouden:
"(...) Maar afgezien van zijn dubieuze functie (wie velen geeft, geeft
niemand iets) heeft de radio één aspect, terwijl hij er eigenlijk twee zou
moeten hebben. Hij is louter een distributie-apparaat, hij zendt alleen maar
uit. En om nu positief te worden, dat wil zeggen om het positieve aan de
radio op te snuffelen, wil ik voorstellen de radio om te functioneren: de radio
moet van een distributie-apparaat in een communicatie-apparaat veranderd
worden. De radio zou het meest schitterende communicatie-apparaat van het
openbare leven zijn dat maar denkbaar is, een geweldig kanalensysteem, dat
wil zeggen, hij zou het zijn als hij kans zou zien niet alleen uit te zenden,
maar ook te ontvangen, dus de luisteraar niet alleen tot luisteren maar ook tot
spreken te brengen, en hem niet te isoleren maar hem de mogelijkheid tot
contact te verschaffen. Daarvoor zou de radio van zijn rol als leverancier
afstand moeten doen en de luisteraars als leveranciers moeten organiseren.
Daarom zijn alle pogingen van de radio om openbare gelegenheden ook
werkelijk tot iets openbaars te maken geheel en al positief."
In Brechts waren zijn ideeën moeilijk te verwezenlijken. Nu kan het
makkelijk. Lokale omroep kan over meerdere kanalen beschikken. Eén
kanaal zou het zendkanaal kunnen zijn. Dat kennen we. Een ander kanaal zou
de reacties van luisteraars weer kunnen uitzenden. De reacties daarop kunnen
ook weer uitgezonden worden. Zo kan een communicatief circuit ontstaan.
Deze manier van werken kan luisteraars tot spreken brengen en het kan
uitnodigen tot meningsvorming en het maken van keuzes.
Bovendien, en dat is belangrijk: Op deze manier zijn programma's en makers
van programma's kritiseerbaar middels hetzelfde medium op het moment van
uitzending en beluistering. Zo kan rolwisseling tussen producenten en
consumenten van programma's misschien gestalte krijgen.
2. Lokale omroepen kunnen in rustig tempo werken:
Binnen lokale omroepen worden vrij veel informatieve programma's
gemaakt. Men hoeft dat niet te doen op de manier van de landelijke
omroepen. Daar is veel nadruk op snelheid, zowel op het gebied van vorm
als van inhoud en werkwijze. Commerciële omroep zal de snelheid nog doen
toenemen.
B. Wember, Duits communicatiewetenschapper, deed onderzoek of het
publiek programma's van actualiteitenrubrieken begrijpelijk en informatief
vond: 80% vond van wel, 20% van niet.
Wembers vooronderstelling: De manier waarop zo'n item in elkaar zit geeft
mensen de indruk dat 't informatief is, maar die manier zorgt er tegelijkertijd
voor dat het programma slecht begrepen en onthouden wordt.
Hoe komt dat: Vier oorzaken lijken daarvoor verantwoordelijk te zijn:
1. kort gesneden: motief verschillende gezichtspunten;
2. beweging is lang gesneden, stilstand werd kort gesneden; dit gebeurde
los van inhoud;
3. tekst beeld schaar: tekst heeft vaak weinig te maken met beeld of
omgekeerd;
4. afloopdwang: het is niet te volgen als je iets mist. Samenhang wordt
niet aangegeven, geen herhalingen, geen overzichten, geen
vooraankondigingen.
Conclusie 1: Je kunt je moeilijk een oordeel vormen over de aangeboden
informatie.
Conclusie 2: Je onthoudt dat je niets hoeft te onthouden.
Samenvattend: Het flitsende karakter van presentatie van informatie verstoort
de overdracht.
Dat is binnen lokale omroep makkelijk anders te doen. Geen druk van
commercie (een programma is kapstok voor advertenties, een programma
garandeert kijkers of luisteraars) of kijkcijfers (programma's met lage kijk-
en luistercijfers worden afgevoerd). Je hoeft geen opgewonden toon aan te
slaan (TROS) of een ratelende telex laten lopen (Veronica Nieuws). Dat geeft
de impressie van snelheid en actualiteit.
Of zoals vroeger de TROS: De presentator voor een glaswand en daarachter
typende mensen die af en toe een telexbericht afscheuren.
Als je 't rustig aan doet in de lokale omroep is de kans dat het overkomt
groter. Je hebt er meestal ook meer tijd voor om aan berichten te werken.
Kortom: Lokale omroepers doen het rustig aan.
3. Lokale omroep kan zich meer op inhoud concentreren:
Binnen een lokale omroep kun je proberen toeschouwers en luisteraars meer
op inhoud dan op vorm te motiveren tot luisteren en kijken. Radio en TV
proberen dat vooral met vorm-middelen. Het gebruik van beeldeffecten neemt
enorm toe door gebruik van de computer. Beeldeffecten zijn goedkoop te
maken met de huidige stand van de techniek. Goedkoop is voor computer-animatie toch nog f 100.000,--. Dus voor lokale omroep niet te bereiken. Je
kan 't natuurlijk ook gebruiken om je inhoud beter te laten overkomen.
Wat is nou inhoud? Een lokale omroep zou zich meer dan de landelijke
omroepen kunnen concentreren op bijvoorbeeld:
- Het laten zien van samenhangen en verbanden.
- Het blootleggen van onuitgesproken uitgangspunten. - Inzicht geven
in machtsverhoudingen en belangen.
- Het schetsen van toekomstige ontwikkelingen.
Dat gebeurt al bij lokale omroepen. Zij nemen de functie over van bijv.
stads- en muurkranten.
Daarbij kun je dan natuurlijk alle vormmiddelen gebruiken die er maar
mogelijk zijn. Ze vloeien dan voort uit inhoudelijke overwegingen.
4. Een lokale omroep kan de interpretatie van de uitzendin~en
sturen:
Dit punt heeft enige inleiding nodig. Als je je in vroeger tijden van de
politieke macht in een land meester wilde maken, moest je het leger onder
controle krijgen. In ons soort landen is dat niet meer nodig, je moet nu de
communicatiemiddelen in handen krijgen. Daarmee heb je controle over de
boodschap die je uitzendt. Anders gezegd, en wat meer op de lokale omroep
toegespitst: Als je een lokale omroep hebt kun je je tot een publiek richten en
heb je controle over de boodschap. Maar één ding heb je dan niet voor
elkaar: de wijze waarop iemand jouw boodschap opvat, die heb je niet in de
hand. Umberto Eco, een Italiaanse communicatiewetenschapper, heeft
daarvoor een originele oplossing; ik citeer een paar stukjes van Eco: "Men
zou op iedere plaats op aarde de eerste stoel voor elk televisietoestel moeten
bezetten." Of, iets praktischer: "Wij zouden een systeem moeten bedenken
dat het ons mogelijk maakt iedere afzonderlijke groep mensen of ieder lid
van het publiek te bereiken om over de binnenkomende boodschap te
discussiëren. Dit als middel voor het publiek om controle te krijgen over
programma's.
Dat is een grote taak, die binnen een lokale omroep gestalte kan worden
gegeven. Bijvoorbeeld door:
- In je eigen programma momenten te stoppen waarin je de inhoud
onderbreekt en zegt hoe die moet worden opgevat.
- Of: Eerst een stukje inhoud uitzenden en vervolgens reacties van het
publiek laten horen.
- Of: Je eigen relatie tot de geboden inhoud aangeven. Je brengt een
programma. Waarom vindt jij dat nou juist zo belangrijk? Dat is vaak een
goed middel om mensen tot het maken van keuzes aan te zetten. Juist omdat
jij positie kiest t.o.v. inhouden, stel je 't publiek in staat ook stelling te
nemen. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs datgene te zijn wat jij graag wilt dat
mensen denken, maar 't zet wel aan tot meningsvorming.
Wat je met al deze zaken misschien bereikt is dat je als maker van programma's kritiseerbaar bent voor het publiek. Als mensen die kritiek ook weer
leveren in de vorm van programma's, dan heeft een lokale omroep 't al gauw
heel druk. En zijn makers en publiek wat uitwisselbaarder grootheden dan ze
nu zijn.
Samenvattend over dit punt: Er zijn middelen om je publiek tot
meningsvorming aan te zetten. Goede programma's verdienen dat ook.
5. Je kunt je doelgroep kennen:
Ik ken weinig mensen die iets maken voor een algemeen publiek, of die iets
maken voor hét publiek. Iedereen heeft altijd wel een groep voor ogen of een
individu tot wie je je wilt richten met een programma.
Je kunt, als je programma's maakt, onderzoek doen naar de groep waarop je
je richt met je programma. Goed onderzoek heeft vaak een positieve invloed
op het programma. Het sluit daardoor beter aan bij de wensen van de
doelgroep of 't sluit beter aan bij al aanwezige kennis van de doelgroep.
Vaak ook leidt onderzoek bij de doelgroep tot het betrekken van leden van de
doelgroep bij de totstandkoming van een programma. En dat leidt soms tot
effectieve reclame voor een programma, nog voordat het is uitgezonden.
Een voorbeeld ter illustratie: Een groep maakt een programma over de
effecten van bezuinigingen op het culturele werk in een kleine stad. Toen
mensen ervan hoorden dat er aan een dergelijk programma gewerkt werd,
kwamen ze met voorbeelden waar de makers van het programma nog niet
aan gedacht hadden.
6. Eigen waarheid brengen binnen lokale omroep:
Je kunt je eigen standpunten uitdragen en je eigen waarheden verkondigen. Als je van de groene beweging bent en je maakt iets over de gevaren van een kerncentrale in je buurt, hoef je 't niet te hebben over de voordelen van kernenergie. Laat dat aan de voorstanders over. Dat is ook een verschil met omroepen. De taak van de omroepen, waarin journalisten zitten, is informatie te geven die neutraal is en gebalanceerd, met de mogelijkheid voor hoor en wederhoor. In je programma hoeft dat niet. Een lokale omroep als geheel zorgt wel voor de broodnodige balans. Andere groepen kunnen ook zendtijd claimen en een programma maken over het nut van kernenergie. Zij zullen de gevaren wel bagatelliseren. Een goed voorbeeld van het verkondigen van eigen waarheden is het vrouwenprogramma van Radio Rataplan uit
Nijmegen.
7. Binnen een lokale omroep kun je je eigen werkwijze kiezen:
TV en radio zijn hiërarchisch georganiseerd. Zowel de organisatie als geheel
als de organisatie van het maken van programma's. Er is een regisseur, dan
een camerapersoon, dan een geluidspersoon, daaronder de assistentie, etc..
De output van radio en TV is in wezen ook hiërarchisch. Velen gehoorzamen
(luisteren, kijken) aan wat enkelen doen. Bij omroepen ligt dat grotendeels
vast. Als je een ander soort output wilt hebben van een lokale omroep dan
dat wat landelijke omroepen doen, dan zou een team dat aan een programma
werkt zich misschien ook anders organiseren. Bijvoorbeeld als groep of als
collectief.
Dat heeft voordelen:
- je werkt met gezamenlijke/gedeelde verantwoordelijkheden;
- ieder lid van het team heeft invloed op het programma;
- het motiveert medewerkers aan een programma als ze eigen inbreng
hebben;
Het kost ongeveer evenveel tijd, heb ik eens uitgezocht. Natuurlijk moet je
collectieve arbeid net zo zorgvuldig organiseren als welke andere werkwijze
dan ook. Daar zijn goede organisatiemodellen voor.
Hiermee heb ik een paar punten behandeld van wat mogelijk is met lokale
omroep en wat ook al gebeurt op sommige plaatsen. Maar het belangrijkste
komt nog:
Lokale omroep is op z 'n minst een goede aanvulling op dat wat er nu al is
in het medialandschap. En het is meer dan dat. Als we 30 radiokanalen
hebben en 15 of meer televisiekanalen die min of meer onderworpen zijn aan
commerciële of semi-commerciële belangen, is vrije communicatie
noodzakelijker dan ooit. Als lokale omroepen enigszins vrij weten te blijven
van groot geld en reclame, en hun kleinschalige eigenschappen ten volle
weten te benutten, dan zijn ze misschien de laatste communicatieve
vrijplaatsen in omroepland. Dat is iets waar we zuinig op moeten zijn en we
zullen er voor moeten zorgen door middel van goede regels dat het behouden
blijft. Op allerlei plaatsen in de wereld worden alternatieve
communicatievormen ontwikkeld. Men pleit bij de Unesco voor vrije en
evenwichtige informatiestromen en voor dekolonisatie en democratisering van
de media. Lokale omroep kan daar iets in betekenen.
Dank u voor uw aandacht.