Naar aanleiding van een artikel in Optiek, Tijdschrift voor Audiovisuele Vorming, jrg 4 nr 3, ontvingen wij de volgende brief:
Geachte redactie,
In de laatste Optiek vonden wij een artikel over het interview
in nieuwsprogramma's overgenomen van de Noorse Omroep. In het
kopje boven het verhaal stelt de redactie dat in veel audiovisuele
produkties (ook in av-vorming en -expressie) het interview
een essentieel onderdeel is en dat je als maker vroeg of laat
met problemen van ethische aard wordt gekonfronteerd. Het artikel
gaat dan volgens de redactie over de richtlijnen die de
Noorse omroep zijn medewerkers meegeeft.
Wat moeten wij, als Optiek lezers, met deze richtlijnen? Wat
ethiek aangaat volgen wij onze eigen richtlijnen en zeker niet
die van een omroep, waar men (en ook het Noorse artikel zegt
het zo) voortdurend op jacht is naar nieuws. En liefst sensationeel
nieuws. En wat is de rol van de interviewer (al weer zoiets
vervreemdends, alsof een nieuwsjager ook nog iets anders
zou kunnen zijn dan alleen maar nieuwsjager): "De taak van een
interviewer in een kontroversieel interview is al die vragen te
stellen die een geïnformeerd publiek beantwoord wil zien door
mensen in een leidinggevende positie".
En daar gaat het artikel
dan ook mee verder. Leidinggevende personen moet je nemen omdat
mensen die geen leiding geven, niet de volle verantwoordelijkheid
voor de gegeven informatie kunnen hebben. Als deze mensen
een interview weigeren lezen we enige handige tips om enige
druk uit te oefenen: "Je kunt ook een vervanger zoeken als
"vriendelijke overredingskunst" geen succes heeft. Je bent dan
eigenlijk wel moreel verplicht dat aan de ander te zeggen maar
in sommige gevallen is het taktischer dat niet te doen". Het is
wel duidelijk wat de ethiek van de nieuwsjager is.
Ook weer volgens het artikel doen de ethische problemen zich
vooral voor tijdens de montagefase! (laten we het dus maar niet
hebben over wat zich tijdens het interview afspeelt).
"Tijdens de montage moet men bedenken op hoeveel verschillende
wijzen men interviews verdraaien kan. Dat gebeurt bijzonder makkelijk".
En dan volgt weer zo'n handig rijtje.
Dit kan alleen
maar uit de koker van een sensatiejager komen die zich wil voordoen
als integer mens, en mij dan ook een paar handige tips geeft
over hoe ik dat ook kan zijn. Het zijn de tips van iemand die
per definitie leugenaar is, wiens brood het is om de kijkers
lekkere hapjes voor te zetten. Mensen en iets als menselijke
waardigheid doen daarbij niet ter zake. Als zij (de geïnterviewden,
stelt het artikel) "daadwerkelijk op hun rechten zouden
staan zou dat grote praktische moeilijkheden geven".
Geïnterviewden hebben het recht het produkt voor uitzending te
zien, stelt het artikel. Wij gaan nog even verder met onze kritiek
en willen toch ook nog wel iets op een rijtje zetten over
ons denken over de tegenstelling tussen het professionele en
het educatieve interview.
Door dit artikel wordt de audiovisuele vorming andermaal in de
-door de professionals geïnspireerde- hoek van de trucken- en
techniekendoos gezet. Het is juist het kenmerk van de omroepen,
dat hun enige drijfveer om steeds maar weer programma's te maken
is, dat er elke dag een x- aantal uren programma's op de
ontvangtoestellen in alle huiskamers moet komen. Het artikel
schildert wat dat betreft het beeld zoals het is. Er loopt iemand
met een microfoon rond; hij/zij is de reporter, dat staat
vast; vandaag dit, morgen dat en dan verder de vraag: hoe ga ik
verder, hoe zorg ik dat het er goed op staat, hoe kom ik aan
goeie stuff voor een O.K. item...
Terwijl het in de audiovisuele vorming om iets heel anders gaat;
fototoestellen en bandrecorders zijn onnutte apparaten, als de
leerlingen geen echte (d.w.z. hun eigen) vragen hebben, die ze
(m.b.v. die apparaten) op een zodanige manier kunnen stellen,
dat het "antwoord" hen, terug in de klas, echt wat oplevert.
Het is alleen maar "leuk" om in Optiek iets te lezen over de ethiek
en de werkwijze van een omroep-programmamaker. Waarom zouden
wij verder het koncept "interviews" nodig hebben? Hebben we nog andere
belangen dan onze eigen, moeten we "een rol" spelen: die van
interviewer'?
We vinden van niet; het werken met audiovisuele media (dus ook
met een microfoon en een bandrecorder) vloeit voort uit een
funktionele kontekst, waarin er in de eerste plaats geen dubbele
bodem zit tussen het interviewen het beoogde doel. Hoe moet
je dat nog duidelijker maken? Wat is er -anders dan vanuit de
aktuele en overzichtelijke kontekst van het raam waarbinnen het
zinvol is om een interview te houden- nog over de ethiek van
"het interview" binnen de audiovisuele vorming te zeggen?
In tegenstelling tot het in het artikel besproken is het:
a. helemaal niet zo voor de hand liggend dat je juist een "opinion-leader"
aan het woord moet laten. Het gaat misschien juist
wel om je moeder, je eigen melkboer of grootvader;
b. onnodige naaperij als je in een interview meer rekening met
de vormgeving en de montage moet houden dan met je eigen interesses
en opvattingen;
c. een twijfelachtige zaak als je alleen maar wat te vragen
hebt en niets te zeggen over je eigen ideeí:n en opvattingen
waarmee je de ander (omdat jij toevallig de microfoon in de
hand hebt) konfronteert;
c. in veel gevallen juist niet de montage en produktie, maar
het ter plaatse bezig zijn met vragen en opvattingen die de zin
van het interviewen bepaalt;
d. interview toch niet meer dan een hulpmiddel om op een direkte
manier met mensen in je eigen omgeving om te gaan. En er mee te
blijven omgaan (in tegenstelling tot de "professionals" die de
geïnterviewde alleen maar even gebruikt om weer een rol film op de
plank te krijgen).
Kort en goed: de programmamaker in dienst van de omroep zou
zich wat ons betreft best aan de ethische uitgangspunten van de
Noorse Omroep mogen houden. Maar of dat -anders dan een
afschrikwekkend voorbeeld- iets met het leren omgaan met av-media
te maken heeft, zouden wij niet graag overnemen.
Stond dit artikel er soms in, omdat de redactie de kopij weer eens
een keertje niet op tijd had? Tja, dat is soms ook onze fout,
maar dat moet niet dit soort artikelen, die ver van de educatieve
praktijk afstaan, opleveren. Voor verdere ethische beschouwingen
belle men 'telefoonnummer'
Dirk Schouten / Hans Fröling
NASCHRIFT REDAKTIE De plaatsing van dit artikel (een verkorte weergave van een bestaand dokument) had inderdaad de bedoeling om iets duidelijk te maken van de manier waarop omroepmensen over het interview denken. Wie serieus met audiovisuele vorming bezig wil zijn zal ook aandacht moeten besteden aan dat wat de media uitzenden en de mentaliteit van de mensen die er verantwoordelijk voor zijn. Konfrontatie ermee kan ook de eigen standpuntbepaling bevorderen. En dat heeft evenveel met de educatieve praktijk van doen als het zelf programma's maken.